Vergiftiging aan de Koninginneweg

10 november 1913

De kat van de familie Wijnoogst valt bewusteloos neer na het drinken van de melk uit zijn schoteltje. Als de zoon Dirk thuiskomt en als gewoonlijk een glas melk drinkt wordt hij niet lang daarna bleek; zijn vingers krampachtig en neiging tot braken. Zijn familie reageert snel op de aanval en geven hem een bruistablet om het effect op te heffen.

12 november 1913

Alida Wijnoogst poetst haar tanden met water uit een karaf. Na een paar maal over gewreven te hebben ervaart ze pijn en vormt er schuim op haar lippen; de familie slaat alarm. De veiligheidsdienst wordt ingeschakeld en uit de resultaten van hun onderzoek blijkt de melk en het water te zijn vergiftigd met cyaankali. De verdenking valt eerst op het nieuwe dienstmeisje Reinouw Wouw. Ze wordt gearresteerd maar blijker niets mee te maken te hebben.

Dan begint men af te vragen of de raadselachtige pogingen tot vergftiging niet de daad kunnen zijn van de oudste zoon woonachtig in Wenen; hij is rond die tijd thuis geweest. Een grootschallig onderzoek wordt gestart door de Amsterdamsche politie met behulp van justitie uit Wenen en Leipzig.

In 1910 treed Herman Christiaan Jacob Wijnoogst in dienst als bedrijfsleider bij de cacao-en chocoladefabriek H. de Jong & Co in Tribus-winkel bij het badplaatsje Baden vlakbij Wenen waar hij woonachtig is. Herman leeft daar ver boven zijn stand van een erfenis en raakt in financiële moeilijkheden. Hij wordt ook nog veroordeeld om aan Dora Friedman bij wie hij een kind heeft een bedrag per maand af te dragen; zijn schuldeisers maken het hem behoorlijk lastig.

15 december 1913

Omstreeks 24 Oktober moet Christiaan Jacob Wijnoogst in het huis van zijn moeder zijn geweest waar hij vier dagen verbleef; hij is gezien door het dienstmeisje. Zijn hospita weet zeker dat hij de 9e november niet thuis was.

"Nach dem niemand zu House ist, teile ich Ihnen hofl, mit dat ich auf ein paar Tage abgereist bin" Hochachtend Wijnoogst"

Justitie trekt zijn tussentijds vertrek in twijfel en vraagt inlichtingen bij de politie te Wenen daaruit blijkt dat hij cyanankali heeft gekocht en pas de 14e november weer terug was is Wenen. Hij wordt door de Weense autoriteiten meegenomen voor verhoor en ter beschikking gesteld.

Door de Officier van justitie te Amsterdam wordt vervolgens uitlevering gevraagd voor Herman. De Duitse regering moet toestemming verlenen tot doorvoer. Enkele weken later wordt hij aan de Nederlandsche autoriteiten overgedragen.

Reden van de vergifitiging:

Om in het bezit te komen van hun levensverzekering (20:000 gulden) besloot hij zijn moeder, broer en zuster te vergiftigen maar mislukte.