de dubbele roofmoord:

Op dinsdagmorgen, 26 november van het jaar 1867, omstreeks half elf, liep Wietze van der Hei naar de boerderij van Wietze Hiddema aan de Hogeweg in Nijega. Wietze Hiddema woonde en boerde daar met zijn vrouw Sietske. Wietze en Sietske waren neef en nicht; Hun moeders waren zusters. Ze hadden geen kinderen gekregen. Ze waren al rond de zeventig jaar en beiden waren ze nog goed gezond, zodat ze zonder hulp de boerderij konden runnen. Van der Hei ging er naar hen toe om over de huur van een stukje land te praten. Hij liep via de openstaande voordeur naar binnen en ging meteen naar achteren naar het kamhok. Daar vond hij Sietske, liggend op de grond, bloed rond de neus en de mond en met het hoofd tegen de staldeur. 

Het duurde enkele jaren voor de vermoedelijke daders konden worden aangehouden. Ooggetuigen die die avond bij het boerderijtje van Dalstra afluisterden verzwegen dit uit pure angst. De Dalstra's waren bekend bij de politie door eerdere veroordelingen o.a. wegens diefstal.

• Lammert Teijes Dalstra, oud 65 jaren
• Marcus Lammerts Dalstra, oud 27 jaren
• Auke Freerks Dalstra, oud 36 jaren

Een rechtszaak volgde met de uitspraak: levenslang gevangenisstraf; de doodstraf was net afgeschaft. Hoogstwaarschijnlijk verliep om die reden de uitspraak vertraging op. Het verhaal is beschreven in de kerfstokjes van mijn voorouders: dubbele roofmoord in Nijega

Bevolkingsregister: 1859- 1876

Huis van Arrest: 1885-1861

Reden van de dubbele roofmoord:

 Armoede: Het echtpaar had geld en kostbaarheden wat de Dalstra's heel goed konden gebruiken.

• Leeuwarder Courant 04-06-1871: In naam des Konings !