Achter Tralies


Blockhuis Leeuwarden

De voorgeschiedenis van de Bijzondere Strafgevangenis begint in 1499. Er werd een Blockhuis gebouwd aan de zuidzijde van Leeuwarden om de bewoners van Leeuwarden en omstreken een veilige haven te bieden tegen de constante twistende Schieringers (armen) en  Vetkopers (rijken). Vanaf het moment dat het "Blockhuys" in 1579 onder eigen stadsbeheer kwam was het terrein constant aan  veranderingen onderhevig. 

 

Deze plek moest kracht uit blijven stralen om zo de veiligheid voor de bevolking tegen oproerkraaiers en landlopers te waarborgen. Er werd ruimte gemaakt om de minder bedeelde bevolkingsgroep te huisvesten. Voor de vagebonden en raddraaiers die het terrein onveilig maakten kwam links van de hoofdingang een cellencomplex. Het complex werd in gebruik genomen als Huis van Opsluiting en Tuchtiging. 

Na een dubbele ontsnapping in 1868, waar o.a. gedetineerde Seip glasplaat GN0763 aan deel nam, werd het toenmalige Huis van Opsluiting en Tuchtiging niet meer als veilig beschouwd en moest plaatsmaken voor een degelijk gevangeniscomplex. Een delegatie van het Leeuwarder bestuur vertrok naar de gevangenis van Pennsylvania. Hier werden gedetineerden in isolement gehouden door elk een eigen cel toe te wijzen. Dit systeem werd met open armen ontvangen. 

 

In deze Bijzondere Strafgevangenis werden zwaar veroordeelde mannelijke gevangenen geplaatst die minstens vijf jaar tot levenslang hadden gekregen. De eerste vijf jaar werd op cel doorgebracht waarna ze in gemeenschap hun tijd verder uit moesten zitten.  

De eerste vijf jaar was zwaar voor de gevangenen in zowel Leeuwarden als elders in het land. Hun identiteit werd afgenomen maar ook de geneugten als lezen, roken en contact met familie werd niet of nauwelijks toegestaan. De criminele besmetting moest tegengegaan worden en deze" afbraak" was de beste manier om tot dat resultaat te komen. Twee keer per dag werd er gelucht in luchtkooien en op de zondag naar de kerkzaal. Tijdens deze wandelingen buiten de cel moest de identiteit afgeschermd worden door een celkap te dragen en in stilte de weg volgen. 


Bijzondere Strafgevangenis

Alcovengebouw Blokhuispoort

Na de periode van isoleren werd de laatste periode van de straf in gemeenschap doorgebracht in het alkovengebouw deze bevond zich tegenover het cellencomplex. Op de begane grond was er ruimte voor de werkzalen waar  een groot deel van de dag werd doorgebracht. In de avonduren en gedurende de nacht verbleven gevangenen in een stalen kooi; de alkoof. Hierin was een hangmat bevestigd met een plank voor het beddengoed en een po.  

Op de bovenverdiepingen van de Bijzondere Strafgevangenis stonden ruim 450 van deze slaapkooien naast elkaar. 

 

Dit regiem kwam niet ten goede van zowel de geestelijke, - als lichamelijke gezondheid van de gevangene. Velen konden het geïsoleerd zijn geestelijk niet aan met gevolg dat ze werden overgebracht naar Rijkskrankzinnigengestichten in het land. Halverwege 1900 zijn isolement regels voor de gevangenissen drastisch veranderd ten behoeve van de gedetineerden. 

 

De gezichten op gevangen in glas hebben te maken gehad met dit regiem. Enkelen van hen zijn zelfs overleden in de Strafgevangenis aan de gevolgen van eenzaamheid; opgelopen ziekte of beiden.