Straffen


Het doel van een Strafgevangenis was het vrijmaken van de criminaliteit genesteld in de gedetineerde. Door het isoleren werden ze daarvan gezuiverd althans dat was de opzet. De gedetineerde onderging zo de eerste vijf jaar van het afbreken waarna de opbouw kon geschieden in algemeenheid.  De Bijzondere Strafgevangenis van Leeuwarden deed in de vorige eeuw dienst als de grootste en strengste van Nederland. Lang, -zwaargestraften en ter dood veroordeelden werden hier dan ook geplaatst. De ter dood veroordeelden werden van de rest gescheiden in de daarvoor bestemde cellen van het administratiegebouw. Voor een misdrijf als het stelen van vee uit de weide werd al gauw zes jaar straf opgelegd. Dit kon een combinatie zijn van tuchtstraf en gevangenisstraf. 

 

De veroordeelden van de glasplaten werden voor het merendeel overgebracht naar de Bijzondere Strafgevangenis in Leeuwarden.  Andere Strafgevangenissen waren te vinden in Hoorn, Leiden en Scheveningen. Hier werd echter niet het principe toegepast als in Leeuwarden: eerst isoleren dan verblijven in gemeenschapsruimte. 


Straffen

In 1870 werd de doodstraf afgeschaft en pas in 1886 kwam het ook nu nog gebruikte nationale Wetboek van Strafrecht uit met de tweedeling misdrijven en overtredingen. Lijfstraffen en onterende straffen werden afgeschaft. De straffen werden nu globaal: gevangenisstraf of een geldboete.  Voor de meeste veroordeelden was arbeid een extra "straf", vele veroordeelden hadden nog nooit gewerkt. De arbeid was ook een middel om te veroordeelden. 


Veroordelingen

De plaatselijke rechtbanken veroordeelden de misdrijfgangers naar gelang het misdrijf in een periode van celstraf waarvan ze de rest in een tuchthuis werden gerehabiliteerd. Voor zwaardere misdrijven als moedwilligen doodslag of mishandeling werd al gauw een veroordeling gegeven van 10 maanden celstraf met een gevolg van 8 jaar tuchthuisstraf.
 Misdrijfplegers met een militaire achtergrond werden door het hoog militairsgerechthof of de krijgsraad gehoord waarna een straf werd opgelegd naar gelang het misdrijf.    

Kruiwagenstraf

De kruiwagenstraf werd toegepast op veroordeelden met een militaire achtergrond wat werd gedefinieerd in de 18e eeuw als : "bestaat in het plaatsen des veroordeelden in eene militaire straf-gevangenis voor den tijd van drie tot vijftien jaren, ten einde aldaar, vervolgens de voor veroordeelten den landmagt bestaande veroordelingen, aan het verrigten van arbeid te worden ontworpen"

Aan de kruiwagenstraf gaat bij dek- en onderofficieren steeds degradatie, bedoeld in art. 41 lit. a des wetboeks, bij mindere schepelingen de vervallen verklaring van den militaire stand, vooraf.

 

Kruiwagenstraf: "het verrichten van grondwerk, geketend aan een kruiwagen, is eene straf voor sommige misdaden of misdrijven". Vandaar ook het gebruik van 't woord kruiwagen als naam van die straf een soort dwangarbeid dus. 


Wetgeving

Elk jaar werden de wetten, besluiten en voorschriften van het Gevangeniswezen aangepast of nieuwe toegevoegd waarvan de directeur uit elke Strafgevangenis in Nederland een exemplaar werd toegezonden. Regels die betrekking had op de arbeid van de gedetineerden werd met het toeziend personeel besproken en geacht er per direct actie op te ondernemen.  

Circulaire uit verzameling wetten besluiten en voorschriften van het Gevangeniswezen 1900- 1909
Circulaire uit verzameling wetten besluiten en voorschriften van het Gevangeniswezen 1900- 1909

Gevangenis Leeuwarden

N°• 1. CIRCULAIRE VAN DEN MINISTER VAN JUSTITIE van den 5den Januarij 1860, n°. 110, betrekkelijk de kleeding der portiers en bewaarders in de Rijks gevangenissen. Ik heb de eer U Hoog Ed. Gestr. te berigten, dat, ten gevolge der aan mij gedane voorstellen door de vergadering, belast geweest met de beraming van het algemeen plan van arbeid der gevangenen voor 1860, bij mijne beschikking van heden, waarvan een afschrift hiernevens gaat en waaraan ik de vrijheid neem mij te gedragen (bijl. A), in de kleeding van de portiers en de bewaarders in de Rijks gevangenissen voorloopig eenige nadere wijzigingen zijn gebragt, te rekenen van den lsten Julij 1860.

 

N°. 1 A.Aanhangsel der Circulaire van den 5den Januarij 1860, n°. 110. DE MINISTER VAN JUSTITIE, Gezien de aan hem gedane mededeling van het verhandelde in de vergadering, belast geweest met de beraming van het algemeen plan van arbeid voor de Rijks gevangenissen, over 1860;

Lees alle circulaires van den minister van justitie