Dubbele moord te Houtdorp 1921


18 oktober:

Om vijf uur in de ochtend arriveert de knecht bij het huisje van de welgestelde dames Lijsje Pater en Rikje Bouwers om met zijn arbeid te gaan  beginnen  maar ziet  dat de deur geforceerd is en open staat. Verontwaardigd gaat hij naar binnen, maakt  licht enziet een afschuwelijk tafereel. De oude dame lag voor haar bedstede met haar gezicht naar de bedstede gekeerd. In het aangrenzend vertrek ligt het  levenloze lichaam van Rikje half uit de bedstede hangend. De kasten in de kamer zijn overhoop gehaald, een ravage op de vloer. Er moet een worsteling hebben plaatsgevonden, de wekeer ligt op de grond en is stil blijven staan  om één uur, het moment van het misdrijf.

 

19 oktober: 

Tijdens het onderzoek in het vertrek waar  de moorden zijn gepleegd wordt een situatietekening gevonden op een afgescheurd stuk van een sportblad, een zakdoek die als masker moet hebben gediend en een paar grijze handschoen.

20 oktober :

Na een melding weet de politie nu dat er twee motorrijders veertien dagen voor de moord bij de dames aan huis zijn geweest om een nijptang te lenen voor het vastdraaien van een losgeraakte schroef. Een familielid heeft na het ongeval inderdaad een motorspoor aangetroffen nabij het huis. 

Wie zijn de twee motorrijders die voor de moord bij de dames aan huis zijn geweest? 

Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant 22-10-1921
Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant 22-10-1921

21 oktober tot 24 oktober :

Er wordt een grootschalig onderzoek door de politie van Zwolle gestart. Verdachte personen worden naar het bureau gebracht voor verhoor waaronder een rijwielhersteller uit Millingen. Hij woonde vroeger achter het huisje van de beide dames en wist van hun rijkdom af. Bij hem worden dezelfde merk watten gevonden die gebruikt zijn bij de moord op Lijsje Pater. Een boerenzoon uit Ermelo die zijn alibi niet kan bewijzen op de dag van de moord. Bekend is dat deze beide mannen vaak bij elkaar kwamen. 

 

Dan wordt in Amsterdam  door Marchaussee Woerts verdachte Gerber, een bekend recicivist, aangehouden waarvan wordt vermoed de nijptang te hebben geleend. Hij verklaart meegereden te zijn met de vermoedelijke moordenaar op de duozitting van een "Indian" en geeft een uitvoerig signalement van de eigenaar.  Bij de eigenaar van de motor is huiszoeking gedaan diens vrouw en broer als verdacht aangehouden voor vrehoor.

 

Alles wijst erop dat er een meer dan twee personen betrokken zijn in dit complot. Op 24 oktober wordt de voortvluchtige vermoedelijke hoofddader aangehouden. Gedurende het onderzoek en uit de verklaringen van Emmers worden nog vier arrestaties verricht


Het complot:

Marinus Emmer had gehoord een flinke slag te kunnen slaan in Houtdorp waarop hij vervolgens contact opnam met Gerber voor wie hij een woonschip had gebouwd om hem te helpen. Deze was er wel voor te vinden en begaven ze zich op de motor naar Garderen om polshoogte te nmen. Teruggekomen in Amsterdam heeft Emmer, omdat Gerber zich terugtrok,  contact gezocht met bootwerker Jacob de Graaf die samen met Adriana Stuper in een woonbootje verbleven de beroving uit te voeren. 

 

Plan:

Bedwelmen van de beide dames met watten gedrenkt in chloroform en daarna  vastbinden. Echter de chloroform werkte niet naar verwacht, de beide dames verzetten zich hevig. Toen de beide dames stil lagen verdwenen ze met een bedrag van 1432 gulden. Pas later lazen ze in de krant dat de dames waren omgekomen.  Maurits Dekker was degene die de chloroform had geregeld.

mededader Albert Dijkslag GN0975

hoofdverdachte

Martinus Emmer GN0990

mededader 

Jacob de Graaf GN0974


  • medeplichtig Adriana Stuper; huishoudster
  • medeplichtig Maurits Dekker; letterkundige

 

 

Een overzicht van krantenberichten zijn te vinden op hun persoonlijke pagina.