Een oude aanrandingszaak opgehelderd

5 september 1919:

Twee meisjes worden op een lafhartige manier door een onbekende man in de buik gestoken. Eén van de meisjes kon terplekke worden geholpen, het tweede meisje was zo ernstig verwoond dat ze meteen naar het gasthuis werd vervoerd echter overleed later aan de verwondingen. Wie de dader is van dit vreselijk misdrijf is niet te achterhalen, het onderzoek loopt vast. De behandelende arts van Johanna wordt als verdacht gehouden maar bij gebrek aan bewijzen niet vervolgd.

overleden meisje: Dina Burgmeijer
Johanna Maria Geers overleefde

Juni 1921:

Inmiddels 2 jaar later, het slachtoffer heeft een betrekking gekregen in Rotterdam. Tijdens een ontmoeting op straat herkent ze pertinent de dader, een aanhouding volgt. Echter de man ontkent die dagen in de buurt van Vlissingen te zijn geweest. Het onderzoek wordt hervat maar de echte dader wordt niet gevonden.

Augustus 1925:

Dan komt er een onverwachte wending in deze zaak. In Souburg wordt het 7 jarig meisje Neeltje de Landmeter aangerand en wordt er wel een dader gevonden: Adrianus Franciscus Inkman. Neeltje wijst hem aan als de dader. Na een diepgaand verhoor bekend hij de dader te zijn van de aanrandig op de meisjes in Vlissingen.

Na zes jaar komt de zaak eindelijk voor het gerecht. Johanna Maria Geers is een van de getuigen en herkent hem als haar belager.