Moord op Sara ( Sonja) Beugeltas


27 augustus 1934

Sara (Sonja) Beugeltas, een achtjarig meisje, verschijnt die dag niet op school. Ze is kort daarvoren nog gezien bij de ingang van het bananenpakhuis van de firma Groenteman& Bolle aan het Waterlooplein.

Ze is nergens te vinden wat in de Joodse buurt een sfeer van angst en onrust opwekt. De vader van Sara (Sonja) doet aangifte van vermissing bij de politie maar levert niets op.

De telepaath M.A. Blitz wordt 's nacht uit zijn bed gehaald om de schuilplaats  van het vermiste meisje op te sporen. Als leidraad vraagt hij aan de in doodsangst verkerende ouders iets wat hem kan helpen het meisje te vinden. Zij overhandigen hem vervolgens een foto van haar met vriendinnetjes.  Elke aanwijzing naar een spoort bracht hem voor het pakhuis. " Hier binnen is het kind! Maar het is dood!

 

28 augustus 1934:

De rechercheur Polling van politie ontdekt in een bananenkist het lijkje van Sara (Sonja)op zolder van het pakhuis van Groenteman&Bolle. Ze blijkt te zijn gewurgd.  Als het bekend wordt dat Sara (Sonja) is gevonden stroomt de bevolking verbijsterend en verslagen naar het pakhuis. De 21-jarige pakhuisknecht Emmanuel Polak wordt meegenomen voor verhoor; hij heeft geen waterdicht alibi. Als het publiek weet wie verdacht wordt slaat de stemming om en moet de politie de woedende menigte weerhouden om de man te lynchen. 

 

30 augustus 1934:

Emmanuel Polak blijft ontkennen iets met de moord te maken te hebben. Zijn verhaal dat hij een kar bananen naar de overkant van het Ij moest brengen blijkt niet te kloppen. Hij is aan het werk gezien maar waar hij tussen half twee en half drie was weet niemand het tijdstip waarop het misdrijf is gepleegd. 

30 augustus  tot 13 september:

Emmanuel Polak wordt ter beschikking gesteld aan de politiebureau aan het J.D.Meyerplein waar de verhoren volgen. Hardnekkig blijft hij de moord ontkennen. Behalve een aantal andere aanwijzigingen van verdenking was er echter een hiaat in zijn verklaring; zijn alibi tussen 1.45 uur en 2.15 uur. Hij slaagt er niet in hiervoor een goede verklaring te geven waarop hij later een bekentenis aflegt de dader te zijn van het misdrijf.


7 maart 1935:

Met gesloten deuren vindt het proces plaats van de 21-jarige Emmanuel Polak. Het Openbare Ministerie eist tegen de verdachte een levenslange gevangenisstraf.

Er volgt een Hooger beroep zaak maar daar wordt het vonnis bevestigd. De verdediger pleitte echter voor een lichtere straf

"hier is meer sprake van een ziek dan van een gevaarlijk mensch"


Toedracht van de moord:

Sara (Sonja) staat in de opening van het pakhuis te wachten op haar vriendinnetje. Emmanuel wenkt naar haar waarop ze naar hem toe komt. Hij neemt haar mee naar een gangetje dat uitkomt in een vertrek waar bananen van trossen worden gesneden. Daar probeert hij zich aan haar te vergrijpen maar Sara (Sonja) zet het op een schreeuwen. Hij grijpt haar bij de keel en wurgt haar. 

GN0199 Emmanuel Polak

 

Een overzicht van krantenberichten zijn te vinden op zijn persoonlijke pagina.


Gezin Isaäc Beugeltas

Vanaf december 1929 woonde het gezin op de Jodenbreestraat 182. Het was een arm gezin, vader Isaäc was metaalsorteerder. 

 

Ouders:

Isaäc Beugeltas, Amsterdam 1 augustus 1899

Helena Wegloop, Amsterdam 22 april 1900

Kinderen:

Maria, geboren Amsterdam 28 mei 1824

Sara (Sonja), geboren Amsterdam 21 september 1926, overleden Amsterdam 27 of 28 augustus 1934

Rebecca, geboren Amsterdam10 januari 1928

Sara (2), geboren Amsterdam 1 mei 1935, overleden Amsterdam 3 december 1935

Salomon, geboren Amsterdam 21 april 1937

 

Hoe ging het na de moord op Sara (Sonja) verder met gezin?

Het gezin woonde in februari 1941 op de Mesdagstraat 2hs ,waar ze in 1935 naartoe waren verhuisd. Vader Isaäc en Maria werden in Auschwitz vermoord op 17 september 1943. Moeder Helena, Rebecca en Salomon op 3 september 1943.

 Salomon Beugeltas werd in juni 1943 met het zogenoemde kindertransport uit Vught via Westerbork op transport gesteld naar Auschwitz. Hij bereikte de leeftijd van 6 jaar.